Installatie van de sensor:
De sensor is in de eerste plaats bedoeld voor montage op de bovenkant van de tank, dus monteer de sensor zo dat hij op de bovenkant van de tank kan worden aangesloten. Zijmontage of montage "boven het hoofd" is met deze sensor niet mogelijk.
Montagemogelijkheid 1:
De sensor wordt als volgt gemonteerd met behulp van de bijgeleverde afdichtring + contramoer:
- Boren van een opening met een diameter van ca. 27mm
- Inbrengen van de sensor incl. afdichtring
- Schroeven door middel van de borgmoer
Belangrijke mededeling:
Pas de slanglengte van de sensor aan de tank aan, zie ook het volgende artikel:
Instellen van de lengte van de sensorbuis
Montage optie 2:
Via de QuickConnect verbindingsadapter. Met deze adapter kan de sensor worden gemonteerd zonder dat de binnenkant van de tank moet worden geopend. Dit is een groot voordeel, vooral bij moeilijk bereikbare tankinstallaties of in situaties zonder tankrevisiedeksel.
- Boren van een opening met een diameter van ca. 43mm
- Inbrengen en vastschroeven van de QuickConnect aansluitadapter
- Montage van de SuperSense niveausensor
Belangrijke mededeling:
Pas de slanglengte van de sensor aan de tank aan. Voeg bij gebruik van de QuickConnect een paar cm toe aan de lengte, aangezien de adapter wat lomp is. Zie ook de algemene instructies voor de slanglengte:
Instellen van de lengte van de sensorbuis
SuperSense Solid kalibreren
Nadat de sensor is geïnstalleerd, moet hij eenmaal worden gekalibreerd wanneer de tank wordt gevuld. Let erop dat alleen de tank, maar niet eventuele vulslangen, met vloeistof gevuld zijn terwijl u de ijking uitvoert. De ijking wordt als volgt uitgevoerd:
- De sensor loskoppelen van de stroomvoorziening
- Wacht minstens 3 seconden en herstel dan de stroomtoevoer
- Houd nu de programmeertoets met een geschikt voorwerp gedurende ca. 5 seconden ingedrukt.
De kalibratie is nu voltooid en de sensor is klaar voor gebruik.
Weergave van het vulniveau
Het vulniveau kan worden gevisualiseerd via de app (bij de draadloze versie) of via een analoge signaaluitgang. De analoge signaaluitgang is ook beschikbaar bij de draadloze versie.
De pintoewijzing is als volgt:
- PIN 1 (bruin): GND / aarde
- PIN 2 (groen): Analoge signaaluitgang
- PIN 3 (wit): Stroomvoorziening (10 - 30V DC)
- Dit is een analoog spanningssignaal met de volgende waarden
- 0mV: sensor is uit
- 20mV: sensor staat aan, 0% niveau
- 2.500mV: Sensor toont maximum niveau (100%)
- Dit is een analoog spanningssignaal met de volgende waarden
- PIN 4: niet gebruikt